Absolute vrijheid bestaat niet. Constant worden de grenzen van vrijheid afgetast en op de proef gesteld. Sinds de jaren zestig is de wereld en de politiek in een stroomversnelling terecht gekomen, met een onmeetbare drang naar vooruitgang en controle. Uit angst voor het onbekende ?
Adam Curtis brengt het verhaal van de zoektocht naar vrijheid en controle sinds de jaren vijftig. We leven in de tijd van de glasvezels en de ICT, die het bestaan en de interacties steeds complexer maken. Netwerken van tien jaar geleden zijn niet meer te vergelijken met de netwerken van vandaag, denk alleen al aan Al Qaeda. Absolute controle bestaat evenmin.
Dat wiskunde en wetenschap ons redden uit de genadeloze hand van kwakzalvers en hysterische heksen, daar valt niet aan te twijfelen. Dat formules en theoriëen het individueel en maatschappelijk gedrag kunnen voorspellen, is echter te betwijfelen. De game theory of speltheorie is een tak van de wiskunde - waarin het nemen van beslissingen centraal staat - en bestudeert de strategische interacties tussen spelers. Het analizeert de optionele gedragskeuze van individuen in situaties waarbij de kosten en baten van elke optie afhangen van de keuzes van de andere individuen. Tijdens de Koude Oorlog werd deze theorie door de Verenigde Staten handig gebruikt in hun nuclaire strategie tegen de USSR. Het kon voorkómen dat de hele staat als één giganstische paddestoelenwolk van de kaart geveegd werd en werd bijgevolg met open armen in academische kringen ontvangen. Steunend op het principe van de speltheorie werkte John Forbes Nash ingenieuze modellen uit die het gedrag van de mens in de maatschappij zouden ontcijferen. Ook psychiater Ronald David Laing gebruikte de speltheorie om het onderlinge gedrag van familieleden te onderzoeken. Hij kwam tot de conclusie dat de leden van een gezin spontaan, dag in dag uit, strategiën met betrekking tot elkaars gedrag uitdokteren. Het aanvaarden van deze theorieën vormde het bewijs en de ondersteuning van nieuwe economische en politieke modellen (F. Von Hayek, J.M. Buchanan) die de mens enkel en alleen als een egocentrisch wezen beschouwden. Er werd noch plaats gemaakt voor altruïsme, noch voor gevoelens of emoties. In de jaren ’70 waren deze basisprincipes zodanig in het publiek bewustzijn doorgedrongen dat men er steevast in geloofde dat de overheid en de politici naar niets anders streefden dan naar sociale controle. Men was de mening toegedaan dat politici enkel uit eigenbelang reageerden en alle macht uit de handen van het volk wouden houden. Achter die vrees voor doorgedreven sociale controle lagen echter wiskundige modellen die menselijke emoties niet inbegrepen. Mensen werden niet gedreven door liefde, vertrouwen of respect, noch door de voldoening dat liefdadigheid schept. Bovendien wist John Nash bij het vrijgeven van zijn modellen toen nog niet dat hij aan schizofrenie leed. Voor zijn uitwerking van de speltheorie vertrok hij namelijk steeds van de paranoïde veronderstelling dat mensen egoïstische wezens zijn, die zich constant aanpassen aan elkaars strategieën. “Sometime I may have overemphasized rationality”, stelt een oudere Nash. Dit had tot gevolg dat de modellen enkel toepasbaar waren in situaties waarin mensen elkaar verraadden. De angst die Nash ervoer leidde tot dit bekrompen en berekend mensbeeld. ‘Angst voedt immers het gevoel van machteloosheid en dempt daardoor de kansen op een verbetering van onze samenleving. Angst drijft mensen in een egelstelling, verscherpt tegenstellingen en sluit uit. Angst verengt onze geest en schakelt helder denken uit (Coolsaet, R.).’
Het Liberalisme van Margaret Thatcher vloeide voort uit de reactie tegen de zogenaamde sociale controle en te brede, gegeneraliseerde macht van de overheid. Er werd gepleit voor een verregaande privatisering. Na verloop van tijd had deze overdaad aan privébezit de kloof tussen rijk en arm echter alleen doen toenemen. Het Russische Communisme kon evenmin een overtuigend alternatief bieden daar het uitmondde in een geweldadig totalitair regime. En de “shock therapy” overdekte het land met een gordijn van armoede. Kortom, te strakke berekeningen komen niet uit.
dl
Bronnen
Coolsaet, R. (2007). ‘Vrij van vrees’ Kerstessay/ De wereld van morgen (slot), in: De Standaard, 29 december 2007.
Curtis, A. (2007) ‘The Trap’ part I, II & III
Geen opmerkingen:
Een reactie posten