Vrijheid

Vrijheid

Hoofdstuk 4 vers 35


‘Nadat de clitoris en kleine schaamlippen weg zijn gesneden, eraf zijn geschuurd of, in een minder wrede omgeving, zijn ingekerfd of ingeprikt, worden de grote schaamlippen aan elkaar genaaid, zodat een dikke rand littekenweefsel een soort kuisheidsgordel gaat vormen. Er wordt een klein gaatje opengelaten om door te plassen, en alleen brute kracht kan dat gaatje groter maken, voor geslachtsgemeenschap. Veel meisjes sterven tijdens of vlak na de ingreep aan een infectie. Andere complicaties veroorzaken verschrikkelijke pijn, vaak levenslang (2005).’ Ayaan Hirsi Ali houdt geen blad voor de mond, zoveel is zeker. Ze werd in 1969 in een islamitische familie geboren in Somalië. Toen ze zes jaar was vluchtte ze met haar familie naar Saoedi-Arabië om vijf jaar later via Ethiopië in Kenia te belanden. Van kleins af aan maakte ze kennis met de Koran en kende later zelfs enige sympathie voor het Moslimbroederschap. Hoewel ze enige tijd een hijab droeg en op zoek ging naar de diepere betekenis van de Koran, voelde ze zich eveneens aangetrokken door westerse romans. Ze genoot er naar eigen zeggen van weg te vluchten in de beschrijvingen van vrijheden en gevoelens die ze in haar cultuur niet kende. Toen ze in 1992 door haar vader naar Canada werd gestuurd om uitgehuwelijkt te worden met een clangenoot, vluchtte ze naar Nederland. Daar studeerde ze politicologie in Leiden en voert sindsdien, met vallen en opstaan, een felle strijd voor de rechten en vrijheden van de moslimvrouwen.


Volgens Ayaan Hirsi Ali wordt de vrouw binnen de islam gezien als een lustobject. De vrouwelijke vormen moeten zoveel mogelijk aan de blik van de mannen onttrokken worden om te voorkomen dat ze verward geraken of zich zouden overgeven aan onzedige gedachten. In de islam heiligt het doel de middelen. Om de maagdelijkheid van meisjes te beschermen moet men volgens de islam voorkomen dat ze het huis uitgaan en in de buurt komen van jongens; wordt geëist dat ze vanaf hun puberteit (soms zelfs vroeger) de hoofddoek dragen en worden ze in verscheidene landen van Afrika (o.a. Somalië, Soedan, Egypte, Ethiopië, Nigeria, de Verenigde Arabische Emiraten), het Midden-Oosten (vb.: Jemen) en Azië besneden. In de landen waar moslims in de meerderheid zijn, is de positie van de vrouw het slechtst. Bovendien wordt een vrouw gekenmerkt door sterkere gemoeds- en humeurschommelingen, waardoor ze niet evenwaardig aan de man beschouwd kan worden. In haar boek ‘Mijn Vrijheid’ benadrukt Ayaan Hirsi Ali hoe zij – volgens de regels van de islam- als oudste dochter moest helpen in het huishouden en hoe zij tot bloedens toe geslagen werd, terwijl haar broer ongestoord buiten kon spelen. Een vrouw moet de eer van de familie in stand houden en kan volgens de religieuze voorschriften niet dezelfde functies bekleden als een man. Moslimvrouwen krijgen niet genoeg kansen om via onderwijs, boeken en documentaires bewust te worden van de diverse - sociale, politieke, pedagogische,...- kennisvormen. Als een dochter door haar familie wordt uitgehuwelijkt, moet ze aan haar man gehoorzamen. In de westerse wereld wordt een man die zijn vrouw slaat maatschappelijk veroordeeld. Als geweld wordt gebruikt tegen een moslima wordt gezegd dat ze ‘niet gehoorzaamt aan haar man’. De Koran beschrijft letterlijk, hoofdstuk 4 vers 35, het recht om een ongehoorzame vrouw te slaan.

Steeds meer moslima’s dragen het westerse ‘recht op vrije meningsuiting’ hoog in het vaandel en klagen – niet zonder gevaar - de onderdrukking van vrouwen door de islam aan. Naast Ayaan Hirsi Ali pleiten o.a. ook de Iraans-Franse schrijfster Chahdortt Djavann, de Nobelprijswinnares Shirin Ebadi en de Pakistaanse Naema Tahir voor een radicale wijziging van de fundamenten van de seksuele moraal in de islam. Tegelijkertijd valt er ook een toenemende vernauwing en verscherping op te merken bij heel wat traditionele moslimmannen. Zij voelen aan dat hun klassieke machtspositie in de familie en de samenleving in het gedrang komt en dat steeds meer moslima’s het pad van het individualisme inslaan. Naema Tahir merkt op dat vooral de moslimmannen daardoor slecht om kunnen met de hedendaagse kritiek. Indien ze niets te vrezen hadden, zouden Ayaan Hirsi Ali en Theo Van Gogh niet tegen zoveel weerstand gebotst zijn met hun film ‘Submission’ (http://ayaanhirsiali.web-log.nl/ayaanhirsiali/2005/04/view_the_film_s.html).

Om de positie van de vrouw te verbeteren moet eigenlijk een gehele hervorming van de morele grondslag van de islam komen. Deze ommekeer kan niet opgelegd worden vanuit de westerse cultuur daar deze steunt op andere fundamenten, die doorheen de geschiedenis een verschillende evolutie kenden. De Franse Revolutie betekende hierbij een belangrijk keerpunt: verdwijning van standen en gelijkheid van alle mensen. De autoriteit van de traditie maakte plaats voor de rationaliteit van de gedachte. Een dergelijk inzicht binnen de islam zou eveneens de scheiding van kerk en staat en de gelijkwaardigheid van man en vrouw moeten aanmoedigen. De westerse wereld kan helpen door feministen en andere vrijheidsstrijders te blijven steunen en aan te moedigen in hun werk, en door de westerse vrijheden te blijven aanbieden als strijdveld.

dl

Bronnen

Hirsi Ali, A. (2005). ‘Mijn Vrijheid’, 517 p., Amsterdam.

www.standaard.be (Stephanie Sinclair)

Verhofstadt, D. (2004). ‘We moeten de moslims bevrijden uit de maagdenkooi – Ayaan Hirsi Ali’ (interview), in Liberales, oktober 2004.

Verhofstadt, D. (2005). ‘Een moslima ontsluierd – Naema Tahir’, in Liberales, maart 2005.

http://ayaanhirsiali.web-log.nl/ (december 2007)

http://www.libertarian.nl/NL/topics-1.php (december 2007)


Geen opmerkingen: