Vrijheid

Vrijheid

Wat met onze innerlijke vrijheid?

Vrijheid en democratie worden vaak in één adem uitgesproken. De vrijheid in een land wordt consequent afgemeten aan de democratische verworvenheden in dat land. Een gebrek aan democratie is fataal voor de vrijheid van de burgers. Dat men in het rijke Westen de meeste vrijheden heeft verworven wordt niet langer betwist. Hiertegenover plaatst men autoritaire staten, vaak derde wereldlanden. Deze landen worden voorgesteld als broeihaarden van terrorisme, met aan het hoofd corrupte despoten. In zulke landen is men niet in staat een staatsapparaat uit de grond te stampen dat een eerlijk bestuur nastreeft. Het hedendaagse westerse pleidooi voor ‘good governance’ omvat niet enkel de verdediging van de democratie en politiek pluralisme, het gaat ook over de vrijheden van het individu en de mensenrechten. In naam van de universele moraal, levert het westen een strijd voor wereldwijde vrijheid. Adam Curtis vraagt zich in zijn documentaire echter af of wij als westerlingen wel zo vrij zijn als we zelf willen geloven.

In ‘De Angst voor Vrijheid’ gaat sociaal psycholoog Erich Fromm op zoek naar de betekenis van vrijheid voor het individu en voor de samenleving. Fromm tracht de paradox te ontrafelen dat de hedendaagse vrijheid hand in hand gaat met de woekering van autoritarisme, destructivisme en conformisme. “Heeft de mens behalve een aangeboren drang naar vrijheid misschien ook een instinctief verlangen naar onderwerping?” In zijn werk ontvouwt hij een psychohistorisch panorama waarin ons de geschiedenis wordt getoond als enerzijds een voortdurende strijd voor vrijheid, en als anderzijds een even voortdurende vlucht voor dezelfde vrijheid. Die vlucht uit zich in de vrijwillige onderwerping aan fundamentalistische religies en aan politieke ideologieën, in de neiging tot zinloos geweld, en in de menselijke aandrift tot sociale aanpassing en maatschappelijk conformisme. De eerste druk van ‘De Angst voor Vrijheid’ kwam uit in 1941. Fromm was reeds in 1934 gevlucht uit nazi-Duitsland naar Amerika. Het werk van Fromm kon een verklaring bieden voor de opkomst van het nazisme en andere autoritaristische partijen in Europa. Maar zijn werk is ook van toepassing op de hedendaagse westerse samenleving. Erich Fromm heeft het immers niet enkel over uiterlijke autoriteit en politieke machtsverhoudingen. “Wij zijn er trots op niet onderworpen te zijn aan enige uiterlijke autoriteit, vrij te zijn om onze gedachten en gevoelens te uiten, en wij vinden het vanzelfsprekend dat deze vrijheid ons vrijwel automatisch van onze individualiteit verzekert…Vrijheid van iedere uiterlijke autoriteit is alleen een blijvende winst wanneer de innerlijke psychologische voorwaarden van dien aard zijn dat zij ons in staat stellen tot het creëren van een eigen, oorspronkelijke persoonlijkheid.” (Fromm, 1999) Fromm kenschets de negatieve aspecten van vrijheid voor de moderne mens als volgt: de economische omstandigheden veroorzaken een toenemende eenzaamheid en machteloosheid veroorzaakten; deze machteloosheid leidt tot ontsnappingspogingen, hetzij in het autoritair karakter, hetzij in een gedwongen gelijkschakeling. Ik wil het hier voornamelijk over dat laatste hebben, omdat – zoals Fromm het zegt – "onze cultuur de neiging tot aanpassing bevordert". (Fromm, 1999) Fromm geeft twee voorbeelden van deze neiging, die beiden verband houden met de opvoeding van onze kinderen. Enerzijds wordt kinderen aangeleerd gevoelens van vijandigheid en afkeer te verdringen, terwijl kinderen net door hun ontplooiing op verschillende manieren in conflict komen met de omringende wereld. Anderzijds leert men het kind gevoelens te koesteren die het niet heeft. Ook later in het leven wordt deze neiging bij mensen gecultiveerd. “Glimlach je niet voortdurend, dan meent men dat je geen ‘prettige persoonlijkheid’ hebt.” (Fromm, 1999,) We horen allen aan bepaalde gedragsregels te voldoen om in de maatschappij te functioneren. Toch kiezen we een leven met anderen boven een geïsoleerd leven. “For Fromm, human beings fear isolation as much as death itself, because only through connections to other people and society can humans find meaning in a universe that otherwise appears arbitrary, capricious and absurd. This is the human root of the sociological dynamics of shame and humiliation.” (McLaughlin, 1996), De relaties met anderen kunnen allerlei negatieve gevoelens, zoals schaamte en vernedering veroorzaken. Om deze gevoelens te omzeilen tracht de mens zich aan anderen aan te passen.

De ‘ongekroonde koning van de klaplopers’ Tom Hodgkinson ergert zich blauw aan de deze neiging tot aanpassen. In zijn boek ‘Leve de Vrijheid’ geeft hij een blauwdruk voor een vrolijker en vrijer leven. De huidige consumentenmaatschappij heeft immers niet tot meer vrijheid geleid, integendeel. Hodgkinson schiet met scherp op het consumentisme dat tot in alle sectoren van onze maatschappij is doorgedrongen. Hij doelt onder andere op het feit dat melancholie geen plaats krijgt in onze samenleving. Somberheid en verdriet horen niet! En als ze de kop op steken, moeten ze snel onschadelijk gemaakt worden. “De melancholie is geprofessionaliseerd, ‘verproduct’, geïndustrialiseerd. Er is een ‘aandoening’ van gemaakt, met een kostbare chemische behandeling… Depressie is big business.” (Hodgkinson, 2006) Maar er is nog een probleem met medicijnen: “ze zeggen dat jíj gestoord bent, het spoor bijster, labiel, abnormaal, aan chemische onbalans onderhevig, afwijkend bent, en dus moet worden genezen en aangepast aan de maatschappij.” (Hodgkinson, 2006)

Één van de grootste critici van het – vandaag overmatige – gebruik van antidepressiva is de Ierse psychiater David Healy. Hij onderzocht het verband tussen het gebruik van bepaalde antidepressiva (ssri’s*) en suïcidaal gedrag (Healy and Aldred, 2005). Uit die studie blijkt dat ssri’s suïcidale gevoelens niet afzwakken, integendeel zelfs. Een andere kritiek is dat de zogenaamde wetenschappelijke studies die een bewijs moeten leveren voor de werking van ssri’s meestal worden gesponsord door de farmaceutische industrie. Centraal in zijn kritiek op antidepressiva is echter het volgende probleem: “Dé vraag die we ons moeten stellen is: bestaan die aandoeningen wel echt? Ptsd (posttraumatic stress disorder, tdc) en veel van die andere indicaties zijn artificiële creaties. Niet zo lang geleden bestond ptsd gewoon niet. Dit is een voorbeeld van disease mongering: bedrijven die een ziekte verkopen in de hoop daarna een medicijn te kunnen slijten.” (Carpentier, De Morgen, 02/06/2007)

Ook in de documentaire stelt Curtis deze ‘uitvindingen’ van mentale stoornissen aan de kaak. Patiënten worden getoetst aan de hand van checklists die de artsen kunnen vertellen aan welke stoornis de patiënt lijdt. Voorheen bepaalden psychiaters zelf wie ‘ziek’ was, maar de oude methoden waren – terecht – onder vuur komen te liggen. Vandaag wordt de diagnose niet langer gesteld door subjectieve artsen, maar door cijfers en lijsten. Deze checklists bevatten het model van de ideale normale mens. Wie hier niet aan voldoet, moet behandeld worden. Volgens Curtis werken antidepressiva afvlakkend en wordt zo een statische maatschappij gecreëerd. De centrale these van de documentaire ‘The Trap’ wordt hiermee nogmaals gestaafd: de macht van de getallen (hier aan de hand van checklists) neemt hoe langer, hoe meer de bovenhand. Om met Tom Hodgkinson te eindigen: "Gooi weg die pillen!" (Hodgkinson, 2006)

tdc

*ssri’s = selective serotonine reuptake inhibitors. Deze geneesmiddelen blokkeren de heropname van serotonine in neuronen. Dit verhoogt de serotonineconcentratie en draagt bij aan het antidepressieve effect. Serotonine zou namelijk een belangrijke rol spelen in stemming en gemoed.

Referenties

FROMM Erich, De Angst voor Vrijheid, Utrecht, Bijleveld, 1999, 270 p.
MCLAUGHLIN Neil, Nazism, Nationalism, and the Sociology of Emotions: Escape from Freedom Revisited, in: Sociological Theory, 1996, vol. 14, nr. 3, pp. 241-261
HODGKINSON Tom, Leve de Vrijheid, Amsterdam, Meulenhoff, 2006, 383 p.
HEALY David and ALDRED Graham, Antidepressant drug use and the risk of suicide, in: International review of Psychiatry, june 2005, 17, 3, pp. 163-172
CAPENTIER Nathalie, Prozac, een meer dan bittere pil voor David Healy, in: De Morgen, 02/06/2007
'The Trap', deel 1 en 2

Geen opmerkingen: